01-04-2009
Stel: er rijdt een auto mooi kalm aan door een dorp, zoals het hoort. Er rijdt toevallig net een politieauto achter hem van Blik op de Weg. Na een tijdje slaat hij af, en geeft gas bij. Met een vaartje gaat het voor een zijweg langs waar het hartstikke druk is met kinderen, die willen gaan sporten. Dat valt natuurlijk op, dus de camerawagen er stiekem achteraan. Voorbij het zwembad en de sportvelden gaat hij wat harder rijden, maar het schiet niet op. Maar na een kilometer gaat hij ineens nog harder rijden, vlak voor een paar gevaarlijke bochten! Wat zullen we nou krijgen zeggen de politiemensen, en gaan er eens goed voor zitten. De auto voor hen trapt na weer een kilometer ineens stevig op de rem, en rijdt met een slakkengangetje door een dorpje. Tot aan een afslag, hij wil linksaf, maar maakt een noodstop! Dan trekt hij stevig op, slaat meteen rechtsaf, en- gaat weer over in zijn slakkentempo. En nou is het genoeg, grommen de dienders. Ze gaan voor hem rijden, en laten hem stoppen. De bestuurder kijkt hen vragend aan: wat is er aan de hand? Meneer: u rijdt dan eens hard waar het eigenlijk niet kan, dan weer toert u op uw dooie akkertje door de weilanden: dat valt ons op! Vanwaar dit gedrag? Ja, wat nou! zegt de bestuurder verbaasd. Ik rij gewoon van Westerhaar naar Daarle via de Twistveenweg, en hou ik me precies aan de borden!
