De gemeente is momenteel volop bezig met de bestrijding van gladheid binnen de gemeentegrenzen.
Tot op heden reden strooiwagens af en aan, maar strooizout is nog maar beperkt beschikbaar. Ook Twenterand krijgt minimale hoeveelheden zout aangeleverd. Hierdoor wordt heel scherp gekeken waar en wanneer er gestrooid kan worden. Wethouder Van Abbema is zich bewust van welke problemen de gladheid met zich meebrengt: “We krijgen vooral reacties van ouderen en minder validen die veel last hebben van de gladheid. De mannen van de buitendienst werken keihard om zoveel mogelijk voor onze inwoners te doen, maar niet alles kan helaas.”
Wel wordt er daarnaast nog gekeken naar eventuele mogelijkheden om op specifieke vragen in te kunnen gaan. “Maar dit zal per geval worden bekeken,” aldus de wethouder.
Om zolang mogelijk met de beschikbare hoeveelheid zout uit de voeten te kunnen, wordt grondig afgewogen waar en wanneer er gestrooid gaat worden.
Het beleid in Twenterand is er op gericht om het (economische) verkeer op gang te houden. Daarom wordt in eerste instantie de gladheid besteden op hoofdroutes voor voertuigen en de belangrijkste (ontsluitings-)routes, maar zeer zeker ook belangrijke fietsroutes.
Van de gemeente wordt vaak verwacht, dat zij overal in de gemeente strooit. Dit is echter een onmogelijke taak. Hierbij spelen beschikbaarheid van personeel, materieel en inmiddels ook zout, de zorg voor het milieu en de kosten een rol. Daarnaast kunnen strooiteams maar een klein oppervlak tegelijk behandelen.
Wanneer het winterseizoen zich aandient en het glad wordt op de Twenterandse wegen, moet er gestrooid worden. Dit gebeurt volgens het Gladheidbestrijdingsplan dat dan in werking treedt. Meestal zijn de strooiteams binnen een half uur na de eerste melding op weg om de wegen in Twenterand zo goed mogelijk begaanbaar te maken en te houden. (Deltafm)
