Buitenaf wonen: wie wil dat niet?

Op het platteland wonen, in alle rust en ruimte. Niet alleen randstedelingen zijn ervan gecharmeerd. De Twentenaar zelf geeft in het afgelopen week gepresenteerde Twents Woningmarkt Onderzoek (TWO) aan ook wel te willen verhuizen naar het buitengebied. Het platteland is bij de eigen Twentse bevolking het meest populair als er gekeken wordt naar de verhouding tussen woningvraag en woningaanbod. “Maar om die wens om op het platteland te gaan wonen daadwerkelijk in vervulling te laten gaan, is wat meer nodig dan alleen een wens. Het blijft slechts voor een klein gedeelte weggelegd. Want bouwen in het groen, in het buitengebied, zal niet gebeuren. Daar is in Twente geen ruimte meer voor woningbouw. De vraag zal dus altijd groter blijven dan het aanbod”, zegt Theo van der Waals, onderzoeker bij Bureau Kompanen die 18.000 inwoners van de regio Twente ondervroeg naar hun woonwensen. Opvallend in het Twentse onderzoek is dat juist de grote steden weer meer in trek raken in de regio, omdat daar veel nieuwbouwwijken verrijzen aan de randen van de stad, met ook veel groen en water. Veel inwoners uit de landelijke dorpen trekken dan ook naar de stad, waardoor dorpskernen dreigen leeg te lopen. Het onderzoek concludeert namelijk dat er de laatste jaren een trek is geweest van het platteland naar de stad. Losser, Hof van Twente en Borne raakten tussen 2001 en 2005 alleen maar bewoners kwijt. En ook gemeenten als Dinkelland, Wierden, Twenterand en Hellendoorn kenden een negatief migratiesaldo (er vertrokken meer mensen dan er bij kwamen). De steden profiteerden daarvan, want die zagen meer mensen komen dan vertrekken. De steden, zo blijkt uit het onderzoek, zijn ook een aantrekkelijke vestigingsgemeente voor inwoners van buiten de provincie Overijssel, terwijl de landelijke gemeenten mensen van buiten Overijssel `verloren` hebben. In heel Twente was het migratiesaldo positief in de jaren 2001 tot en met 2005. Ondanks de wens op het platteland te willen wonen, gaan de credits daarvoor naar de steden. De wens om een leuk boerderijtje in het buitengebied te bezitten blijft echter staan als een huis. Zelfs de huidige starters op de woningmarkt zouden graag op het platteland wonen. Maar liefst 14 procent geeft het aan als de ultieme woonwens. Van de `doorstromers` tot 55 jaar zou 18 procent op het platteland willen wonen, de 55-plussers daarentegen gaan liever naar een dorp (20 procent) of naar het centrum van een grote stad (19 procent) omdat het voorzieningenniveau daar aanzienlijk hoger ligt. Het platteland, het stadscentrum en nieuwbouwwijken in Almelo, Hengelo en Enschede zijn de drie plekken waar Twentenaren zelf het liefst zouden willen wonen. Omdat het buitengebied en platteland niet beschikbaar is voor iedereen die dat wil, zullen mensen genoegen moeten nemen met hun tweede keus of ze moeten hun verhuiswens uit- of afstellen. Hoe mensen willen wonen gaat een steeds prominentere rol spelen voor ontwikkelaars van woningbouw. Met het inzichtelijk maken van de wensen kan het aanbod afgestemd worden op de vraag van de consument. En wonen in het groen is geliefd, dat mag duidelijk zijn. (Tubantia)