Hazenpad

0
4821

Wethouder Engberts kiest het Hazenpad. Nee, niet schrikken, dit kost de gemeente deze keer geen wachtgeld. Hij heeft het betonpad langs het Veenschap geopend, en hij vond het er mooi. 
Dat snap ik niet helemaal, want als hij dan vanaf de Paterswal is gekomen heeft hij alleen naar links gekeken.
Niet z’n favoriete kant, hij is strak rechts. Daar had hij dan meer van zijn favoriete landschap kunnen zien, het gladde boerenland. Hij doet immers de landbouw, en Engberts maakt er geen geheim van dat wat hem betreft boeren geen strobreed, als ze nog weten wat dat is, in de weg wordt gelegd.

Het pad is een aanwinst voor de recreatie vindt hij. In dat licht gezien zou de nertsenfokkerij aan het eind voor hem het toeristische hoogtepunt moeten wezen. Maar hij noemt alleen het Veenschap, waar hij in zijn jeugd zelf nog heeft gestruind.
Zelf wil ik ook wel eens de fiets pakken voor een ommetje. Door de Twentse Hooilanden, zoals we het tegenwoordig moeten noemen. Maar daar is niet veel meer aan, hooilanden zijn er allang niet meer. Alleen bij onze eigen Engbertsdijksvenen, daar valt in het voorjaar nog wel te genieten van een ouderwets grasland met allerlei kleuren. Maar verder: of maïs, of eindeloze lappen grasland. Als die pas gemaaid zijn, en dat zijn ze nog al eens, blijft een vaalgroene mat over. Zonder kleur, zonder beesten, op een eenzame kievit na, die zich beteuterd afvraagt waar zijn jongen zo plotseling zijn gebleven. De bermen, die maken het soms nog goed. Fietsen langs zo’n kleurig lint geeft je nog wat om naar te kijken. Maar ook dat is vaak maar van korte duur. Op weg van of naar zijn perceel laat de boer ook hier de maaibalk even zakken. Er mocht eens een fluitenkruidje of paardenbloem over de sloot waaien.

Engberts had bij de Hofmansweg linksaf moeten slaan, en dan langs de beek meteen weer links. Daar wordt, waarom weet ik niet, pas gemaaid als alle bloemen zijn uitgebloeid. 
Daar fiets je ook echt door, en niet langs het Veenschap. Aan het eind even oversteken, en dan het Katerjanspad nemen. 
Dat doen heel veel mensen, als je wat wilt doen voor de recreatie is dit een heel wat beter voorbeeld voor de gemeente.

Ik heb het even nagekeken, maar niet de wethouder, maar burgemeester Visser had hier de openingshandeling moeten doen. 
Hij heeft namelijk recreatie en toerisme in zijn portefeuille. Hij combineert twee beroepen waarmee hij een unieke mogelijkheid heeft wat te doen aan de groene leegte in ons buitengebied. In zijn vrije tijd is hij immers ook nog boer. 
Met zo’n achtergrond moet het toch een koud kunstje wezen de hooilanden, zonder hoofdletter, op te fleuren. Het hoeft niet meteen zulke grote stukken te wezen, maar begin bij de bermen, en bouw het dan voorzichtig uit. 
En over een jaar of wat fietsen we dan zonder oogkleppen en knijper op de neus van knooppunt naar knooppunt. 
Ik kijk er nou al naar uit.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Typ je naam hier