Negen inleiders en een discussie over `varkensflats` Fortwijk.
Het ene grote bedrijf dat Family Farmers in het landbouwontwikkelingsgebied Fortwijk wil vestigen, zal 18.000 varkens tellen, het tweede bedrijf 23.000. Die aantallen noemde L. Knoops van het Brabantse bedrijf gisteravond op een bijeenkomst in het MCC die was georganiseerd door de stichting `Vroomshoop en omgeving mesthoop?`(Vrom?). De twee bedrijven moeten dienen `ter vervanging` van twee bedrijven van Family Famers in Noord Brabant die daar weg moeten, omdat ze in een extensiveringsgebied (primaat voor de natuur) gevestigd zijn. Op een vraag vanuit de zaal, hoe groot die twee bedrijven in Brabent zijn, vertelde Knoops dat het gaat om bedrijven van 10.000 varkens elk.
Het leidde tot een verontwaardigd gerumoer in de zaal: in Brabant samen 20.000 varkens, in Fortwijk `ter vervanging` samen 41.000 varkens.
Knoops zei dat Family Farmers in Fortwijk grond heeft moeten kopen en dat er grote investeringen (met name op het gebied van luchtwassers) moeten worden gedaan. Om die kosten eruit te halen is volgens hem schaalvergroting nodig.
Op een vraag van P. Roskam, bewoner van de Tonnendijk, of Family Farmers bereid zou zijn extra investeringen te doen om de overlast van de megabedrijven tegen te gaan, antwoordde Knoops dat daar geen sprake van zal zijn. “Wij gaan voldoen aan de wettelijke kaders en regels, en die zijn al behoorlijk heftig. De markteconomische wetten laten niet toe om méér te doen dan wat wettelijk is voorgeschreven.”
De bijeenkomst gisteravond in het MCC had een geweldig grote opkomst. Zo groot, dat het aantal bezoekers niet in de grote zaal kon. Een deel van de honderden bezoekers moest de bijeenkomst op een scherm in een nevenzaal van het MCC volgen.
De stichting Vrom? had behalve Knoops nog acht inleiders uitgenodigd die van discussieleider J. Kolkman ieder vijf minuten de tijd kregen om hun standpunt over de `varkensflats` toe te lichten. Zo wees longarts dr. J. Rooyackers die onderzoek naar fijnstof heeft gedaan, erop dat met de komst van grote varkensbedrijven er ongetwijfeld in Vroomshoop en omgeving meer fijnstof in de lucht zal komen. Ook luchtwassers in de stallen zullen dat niet kunnen voorkomen, aldus Rooyackers.
Prof. dr. ir. P. Groot Koerkamp, hoogleraar aan de Universiteit Wageningen en deskundige op het gebied van luchtwassers, zei dat met biologische en chemische wassers 80 tot 90 procent van de ammoniakuitstoot kan worden tegengehouden, dat 90 procent van de ruwe stof kan worden `weggewassen`, en dat dat voor fijnstof 40 tot 60 procent is. “Vooral over dat laatste moet u zich zorgen maken”, aldus Groot Koerkamp.
Woordvoerder W. van Eck van Milieudefensie zei dat in de oorspronkelijke plannen voor de Reconstructie niet gerekend was op een omvang van bedrijven zoals Family Farmers die wil. Dergelijke grote bedrijven zullen de kleine bedrijven in de omgeving `kannibaliseren`, aldus Van Eck.
Voorzitter mevrouw L. Lamberts van LTO Noord Overijssel wees erop dat landbouwontwikkelingsgebieden zoals Fortwijk in een democratisch besluitvormingsproces zijn vastgesteld. “Dat hebben we met z`n allen afgesproken, en daar moeten we achter blijven staan.” Ze wees er verder op, dat in Overijssel 41.000 hectare is aangewezen als extensiveringsgebied (voor de natuur) en 17.000 hectare als intensiveringsgebied (voor de intensieve veehouderij). Die aantallen geven volgens haar aan dat de natuur de winnaar is bij de Reconstructie.
Knoops van Family Farmers vond dat het uiteindelijk de consumenten zijn die bepalen welke richting de veehouderij op gaat. “Als de markt wil dat er biologisch vlees wordt geproduceerd, dan gebeurt dat. Het is wat uzelf wilt.” Ir. F. van der Schans van het Centrum voor Landbouw en Milieu zei, dat hij in de hele discussie in Nederland nog nooit één argument had gehoord waarom dergelijke megabedrijven in het landelijk gebied zouden moeten. Er zouden volgens hem aparte agrarische bedrijventerreinen voor aangewezen moeten worden. Varkenshouder J. Schuttert die zich ook in Fortwijk wil vestigen zei dat het `democratisch besloten is en dat het jammer zou zijn voor het gebied, voor de varkenshouderij en voor de economie` als de onwtikkelingen in Fortwijk niet door zouden gaan. (Tubantia)