De specialisten komen naar je toe

0
1570

De specialisten komen naar je toe

Je zou het de huisarts 2.0 kunnen noemen. Iemand die niet alleen de alledaagse zorg doet in de wijk, maar ook de medische zorg voor chronische aandoeningen organiseert en de behandeling coördineert. Niet de patiënt met een kort briefje naar het ziekenhuis sturen, maar de specialist op de praktijk uitnodigen en desnoods kleine behandelingen ter plekke uitvoeren. Het gevolg is beter overleg, minder onnodig onderzoek en tevredener patiënten.

Huisarts Gerald Nillissen van de praktijk in Westerhaar geeft een voorbeeld: „Vorige week belde de internist die in een van de kamers boven mijn praktijk spreekuur houdt. Hij zat met een echtpaar waarvan de man sterk afviel maar waar we niet de vinger op konden leggen. Hij vroeg of ik er even bij wilde komen om samen te overleggen. Dan merk je aan de mensen dat ze dat geweldig vinden. Dat geldt ook voor die man met een lastige duimblessure. De orthopeed uit Hardenberg was hier toch. We hebben gelijk overlegd. Korte lijnen, geen gedoe en de patiënt helemaal tevreden.” (TUBANTIA)

Introductie scheiding

Gerald Nillissen werkt in het nieuwe gezondheidscentrum inWesterhaar. Net als collega Marcel Horstink, die daar eveneens een eigen praktijk heeft. De straatnaam Hoofdweg is min of meer symbolisch want deze vorm van zorg kon ook wel eens de belangrijkste ‘weg’ worden voor de basiszorg in Nederland. Ziekenhuizen en huisartsen schuiven immers steeds dichter naar elkaar toe. Ze worden daartoe aangemoedigd door de overheid en door zorgverzekeraars.

InWesterhaar bestaat de nauwe samenwerking nu een jaar of zeven. Nillissen had eerst een gewone praktijk maar zag de kans voorbij komen iets nieuws te beginnen. Er moest een nieuw centrum/kulturhus worden gebouwd.

Omdat daarvoor veel voorzieningen werden gebundeld, betaalde de provincie 7,5 ton mee.

Hij is enthousiast over wat er is bereikt. „We wilden hier alles concentreren, met de chronisch zieke patiënt als speerpunt. En het werkt. De mensen zijn therapietrouwer, laten minder snel verstek gaan en zijn trots op hun voorzieningen. En dat werkt in het voordeel van hun gezondheid. Er is met dit centrum een grote inhaalslag gemaakt. Voordat het er stond, zagen we steeds meer voorzieningen verdwijnen.”

Helemaal zonder zorgen is het centrum echter niet. Er is een stichting die het gebouw beheert. In het centrum zitten ook een sporthal, wat horeca en ruimtes voor hobbyclubs. Dat loopt niet lekker. Jaarlijks moet er 35 mille bij.

De winst van het medische deel lekt weg naar deze tekorten. Nillissen: „Ik ben steeds weer bezig de gemeente te overtuigen dat dit soort centrale medische voorzieningen ook een groot gemeentelijk belang hebben. Dat zou ze best een halve ton per jaar waard moeten zijn.”

De inspanningen van de inmiddels 59-jarige Nillissen zijn erop gericht het centrum ook financieel toekomstbestendig te maken. „We zijn een voorbeeld voor andere gemeenten. Iedereen is hier nu mee bezig, maar hier werkt het al. De gemeente beseft denk ik niet goed wat voor bijzonders ze in huis hebben. Ik geeft hier zelfs lezingen over. Jaarlijks vertel ik op de Universiteit Twente over de huisartsenzorg, in een speciale voordracht. Er is veel belangstelling voor. Want ja, je kunt als huisarts heel goed samenwerken met ziekenhuizen. Er valt heel veel te winnen. Je brengt de zorg dichter naar de mensen en iedereen wordt er beter van.”

Hardenberg en ZGT: goede samenwerking met huisarts

Een van chirurgen waarmee het centrum inWesterhaar contact heeft is Martijn Lutke Holzik. Hij is geboren en getogen in Enschede, deed daar ook een deel van zijn opleiding, en werkt nu in het ziekenhuis van Hardenberg, dat overigens officieel Röpke Zweers heet en onderdeel is van de Saxenburgh Groep.

Hij promoveerde in Groningen en is gespecialiseerd in oncologie.

De chirurgen in Hardenberg werken sinds kort in een maatschap samen met de collega’s van ZGT.

Lutke Holzik vindt de samenwerking met huisartsen dé trend voor de komende jaren. „Ik merk het aan mijn patiënten. Mensen willen niet naar die grote massale fabrieken. Ze zijn gehecht aan de eigen omgeving. Wij hebben hier een relatief klein ziekenhuis. Dat vinden mensen prettig, ze voelen zich er welkom.”

„Bovendien”, zo stelt de chirurg, „is de zorg in een klein ziekenhuis beter. Dat is onlangs nog onderzocht en aangetoond. Toch worden we gedwongen tot concentratie van zorg. Ik zeg echter, dit gaan we niet volhouden, dit is niet wat mensen willen. En door die centralisatie wordt het alleen maar duurder. Ik geloof best dat het verschil maakt of je twee of twintig operaties doet. Maar op een gegeven moment is het genoeg. We slaan nu een beetje door. Ik denk dat dit weer op z’n retour gaat. Dit willen mensen niet. Ze willen niet reizen.”

Om aan die wens van de patiënt tegemoet te komen, wordt de zorg steeds meer naar de mensen gebracht.

Lutke Holzik: „Daarom houden we inWesterhaar spreekuur. Net zoals ZGT dat doet. We werken prima samen. Draai je de knop op de computer naar links zit je op Hardenberg, draai je naar rechts, zit je op Almelo. We zouden onze activiteiten nog wel wat willen uitbreiden met kleine ingrepen.

Weghalen van moedervlekjes, vetbultjes, dat soort dingen. Ingrepen die voor een huisarts net even te veel werk zijn, of te ingewikkeld. Plaatselijke verdoving, uitsnijden, weghalen, opsturen en twee weken later terug voor controle. Op dit moment doen we dat nog niet inWesterhaar.

We zijn in Hardenberg met vijf chirurgen en hebben er de bezetting niet voor. Op de buitenposten Ommen en Coevorden gebeurt dat wel. Voor de patiënten is het een prachtige voorziening.

Ze hoeven niet ver te rijden en er is volop parkeerplek. Voor ons maakt het bovendien niet uit want het honorarium is overal hetzelfde. We zijn echt niet uit op meer centen, zoals je wel eens leest. Wij willen gewoon goed en efficient werken.”

Alle zorg onder n dak

In de zeven jaar van het bestaan is een indrukwekkende verzameling specialismen verzameld inWesterhaar. Huisarts Nillessen ontwikkelde een medisch centrum, mede op verzoek van de gemeente. Een greep uit de 43 functies: Er is een eerstelijns psychologe eb er is een pedagoge.

Een psychiater van ZGT houdt er spreekuur. Er wwerken een sociaal psychologische verpleegkundige, een creatief therapeute en drie maatschappelijk werkers. Dan zijn er spreekuren van verschillende specialisten. Uit Hardenberg drie orthopeden, drie cardiologen, een longarts, een internist, een kinderarts en een gynaecoloog. Van ZGT een cardioloog, een dermatoloog, een neuroloog, een geriater op afroep en een kinderarts. Specialisten die speciale apparatuur nodig hebben nemen die mee, of sturen ze vooruit. Ook komt er nog een verloskundige uit Vriezenveen, is er een audicien, een podologe, een pedicure, twee maatschappen fysiotherapie, een specialiste voor huidtherapie, steunkousen en lymfeoedeem, twee thuiszorginstanties en een aantal praktijkondersteuners.

Chirurgen uit Hardenberg overwegen in het centrum kleine ingrepen te gaan doen. Verder staat wekelijks naast het centrum een röntgenbus, zodat patiënten niet naar het ziekenhuis hoeven. Nillissen: „We hebben overwogen om daar een vaste voorziening voor te maken, maar dat loonde zich niet. Ditwerkt ook prima.”

Over de samenwerking met de ziekenhuizen is hij zeer tevreden: „We hoeven geen enkele moeite te doen om specialisten hierheen te krijgen. ZGTwil graag omdat Hardenberg hier zit, en dat geldt andersom voor Hardenberg. We zitten midden tussen beide ziekenhuizen. Dat maakt dit tot een mooie plek.”

De stichting Kulturhus, waarvan het medisch centrum deel uitmaakt, is in handen van de gemeente gekomen. Dat maakt de toekomst onzeker. Nillessen vreest dat, nu de ambtenarij aan het stuur zit, de verkeerde beslissingen worden genomen, en de gezondheidszorg van Twenterand in gevaar komt. „Mij bekruipt de angstige gedachte dat de gemeente het medische deel liever ziet verdwijnen uit het ‘kleine’ Westerhaar”, zegt Nillissen. Hij verzet zich er hevig tegen.

 

 

 

 

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Typ je naam hier