Dik anderhalf jaar geleden dacht het bestuur nog serieus na over wat het `een opheffingsscenario` noemde. Er waren ernstige personele problemen omdat de rijksoverheid niet langer verder wilde met de banenpools, de werkervaringsprojecten voor langdurig werklozen. Juist uit die pool betrekt het Veenmuseum Vriezenveenseveld een aantal medewerkers om al dat werk te doen dat de veertig vrijwilligers alleen niet aankonden. Henk Veldhoff is zo`n vrijwilliger, en tevens bestuurslid van de stichting Veenmuseum. Nog altijd. Want het scenario hoefde nooit uitgevoerd te worden. In eerste instantie bleef het museum draaien dankzij de inzet van mensen met een taakstraf. Intussen hebben `goede gesprekken` met de gemeente Twenterand naar een duurzame oplossing geleid voor het personele probleem. Een museumnota, die het belang van dit openluchtmuseum erkent, verstevigde de status verder. Van opheffing is in de verste verte geen sprake meer. Integendeel. Er ligt een aanvraag voor officiële erkenning als `geregistreerd museum`. En er ligt bij de gemeente zelfs al een tekening om de expositieruimte uit te breiden om meer bezoekers te ontvangen. Want geleidelijk aan neemt het bezoekerstal toe. Jan Ballast, beheerder van het museum, merkt het. Ze zitten, zegt hij, tegenwoordig zo rond de 5000 tot 6000 bezoekers per jaar. En de grote opsteker: een open dag, met hemelvaartsdag dit jaar. `Voor het eerst, eigenlijk, en we hadden meteen 3000 bezoekers. Onvoorstelbaar`. Jan Ballast glundert nog als hij eraan terug denkt. “Wat vooral is toegenomen zijn de schoolgroepen. Tegenwoordig komen alle scholen uit de omgeving hier wel een keer per jaar langs. En vaak met grote groepen. Soms dertig, veertig kinderen.” Dus moet er ruimte zijn om ze te ontvangen. En om ze de oude film te laten zien, die ooit in het veen is gemaakt. Een document dat ze in het museum koesteren. Ballast hoopt dat de nieuwe ontvangstruimte volgend jaar in gebruik zal zijn. Dat vergt het zoveelste beroep op vrijwilligers. Want zij zullen aan het bouwvakken moeten. Veldhoff, in zijn rol als bestuurslid: “We hebben geen cent.” Ze zijn zo arm als de veenarbeiders zelf ooit waren. Geen geld, wel veel hulp als het nodig is. Zo legde nog onlangs een vakbekwame voeger de laatste hand aan de nieuwe aanwinst van het museum: de boerderij annex café. Compleet ingericht naar de stijl van toen, zoals de meeste gebouwen terugwijzen naar de jaren rond 1900. Zo gaat het bouwen sinds de `eerste steen` in 1989 gestaag door. En nu de voortgang van de organisatie gewaarborgd lijkt is er ook weer tijd voor toekomstdromen. “Een kerkje, een school.” Henk Veldhoff ziet het al voor zich, al weet hij als geen ander dat het niet zo maar eventjes zal kunnen. En er is meer. Sinds het natuurherstel in het oude veengebied wordt aangepakt lijkt het belang van het museum alleen maar te groeien. Denkelijk zal er ooit een smalspoor vanaf het museum het veen in gaan. Hetzelfde soort spoor dat nu al door het museum zelf loopt, met daarop het oude diesellocomotiefje dat ooit de turven uit het gebied haalde. En zo kunnen het museum met zijn cultuur-historische verzameling en het omgrenzende land met zijn herstelde natuurhistorie waarde ooit hand in hand verder gaan. Want in de toekomst moet ook het `levend veen` hier weer in ruime mate terug zijn. Wel geduld hebben. Veldhoff: “Dat groeit een paar millimeter per jaar, dus wij maken het niet meer mee.” – Stichting Twenterand Cultuur houdt zaterdag 15 september om 19.00 uur een bijeenkomst `Sagen vertellen` in het Veenmuseum aan de Paterswal, met muziek en bijpassend toneelspel van Podiumplezier. `Tegenwoordig komen alle scholen uit de omgeving wel een keer per jaar langs` (Tubantia)