Zaterdag 18 april werd de slotronde van het Overijssels kampioenschap gehouden. De partijen werden op elektronische borden gespeeld, zodat er over de hele wereld meegenoten kon worden van de damstrijd in Westerhaar. Er waren nog vier spelers in de strijd om de titel, te weten de drie koplopers Wong, Twiest en Hessing en achtervolger Aalberts. Toevallig troffen deze vier spelers elkaar in de slotronde: Wong nam het op tegen Twiest en Hessing speelde tegen Aalberts.
Niet minder heftig was de strijd om de rode lantaarn. De nog puntloze Ab Steenbergen nam het op tegen Alex Noppers, die aan de eerste vier rondes een punt overhield. In een klassieke laveerpartij toonde Steenbergen zijn kwaliteiten: hij won een schijfje en wist dat voordeel in winst om te zetten. De partij tussen Edwin Twiest en Yuen Wong was een belangrijke voor het kampioenschap. Na de spannende Keller-opening werd Twiest opgezadeld met een winkelhaak.
Doordat Twiest echter controle over de stelling had moest Wong noodgedwongen vereenvoudigen, waarna er van zijn voordeel niks meer over was. De spelers kwamen dan ook remise overeen. Bert Aalberts nam tegen regerend kampioen Gerbrand Hessing in de opening een Hoogland-aanval. Dit speltype kostte beide spelers veel bedenktijd. Hessing leek een goede omsingeling in handen te hebben, maar toen hij achteloos een cruciale basisschijf opspeelde kon Aalberts met een verrassende manoeuvre schijfwinst boeken. Er was wel wat compensatie voor het schijfverlies, maar dit verwaterde en Aalberts won deze partij dan ook.
Door deze uitslagen werd een sneldambarrage tussen Wong, Twiest en Aalberts noodzakelijk. Nadat Twiest en Aalberts een bloedeloze remise speelden, werd Twiest na een verrassend offertje verslagen door Wong. In de beslissende partij tussen Aalberts en Wong werd laatstgenoemde in een dun standje van het bord gezet, waardoor Aalberts kampioen werd, Wong als tweede eindigde en Twiest derde.
